Het zijn maar twee van de uitgedachte oplossingen die gisteravond in circulaire broedplaats De Ceuvel streden om de winst in de Circular Challenge. Voor de wedstrijd gingen zeven teams van studenten op zoek naar nieuwe vormen van hergebruik in de stad.
Nog zo’n idee: lokaal geproduceerde babyvoeding door thuiskoks, per kind afgestemd op leeftijd en allergieën, met de kinderdagverblijven als distributienetwerk. Met dit ‘Hapje Amsterdam’ denkt dit team aan te haken bij alle aandacht die er momenteel is voor vers en gezond voedsel.
Voor Buiksloterham, als nieuwe stadswijk een proeftuin voor de circulaire economie, denkt weer een ander team aan een bouwmarkt voor tweedehands bouwmaterialen. Daar zou onder de zelfbouwers in de wijk al belangstelling voor bestaan. “Sommigen waren drie jaar bezig voordat ze alle materialen bij elkaar hadden.”
Weer een andere oplossing is een speciaal ontwikkelde vloer die uit lagen bestaat. Een tussenruimte biedt plaats aan verschillende leidingen voor urine, douchewater en ‘zwart water met een hoog nutriëntengehalte’, zodat grondstoffen zich goed laten hergebruiken.
En meelwormen dus, de larven van de meeltor. Artis zit met 628 ton mest en 72 ton keukenafval per jaar. Dat is genoeg voor 230 ton meelwormen per jaar, met een los uit de pols geschatte waarde van ruim een miljoen euro. Een struikelblok: niet duidelijk is hoeveel dieren kunnen overgaan op een meelwormendieet.
Voor educatiedoeleinden stellen de studenten een larvenhotel in Artis voor, een kleine kweekopstelling om vast een begin te maken met de productie van meelwormen. Wie weet is de Amsterdammer ook best te porren voor een meelwormenbitterbal. “Dit kunnen heel lucratieve larven zijn.”
Het plan voor de meubels van bio-kunststof werd als winnaar aangewezen. Waternet is op zoek naar een bestemming voor het maaigoed langs waterkanten. Dat is vezelrijk en kan worden gebruikt voor biokunststof. De studenten rekenen daarbij op de trots van de Amsterdamse consument. “Fantastisch toch, om een stoel van Vondelparkgras te hebben?”