Ministry of Spicy Business

Met een gezonde voorliefde voor pittig eten stapte Stef op een zondagmiddag richting de keuken voor het maken van een pannetje sambal. Die lukte zo goed dat hij al snel met goede vriend Fons om tafel ging. Stef’s ervaring als art director bij een Amsterdams reclamebureau en freelance ontwerper in combinatie met Fons ervaring in de horeca, bleek de gouden combinatie. Ze bouwden het smakenpalet van Zaanse Sambal, zoals ze hun sambal als snel gekscherend doch uiterst serieus noemden, uit en stonden jaren op markten en braderieën in de Zaanstreek om hun sambal uit te leggen en te laten proeven.

Niet-Aziatische smaak
In 2018 maakten zij de stap om onder de vlag Ministry of Spicy Business verder te gaan: de sambal werd zó goed ontvangen, dat de mannen besloten verder te experimenteren met andere Zaanse ingrediënten zoals mosterdzaad en cacao. Het resultaat? Vier sambals met ieder hun eigen unieke en vooral niet-Aziatische smaak. Sambal met mosterdzaad en gerookte knoflook, een sambal met cacao, een sambal van jalepeno-pepers, venkelzaad en laurier behoren tot het vaste assortiment. En in de wintermaanden is er een pompoensambal opgenomen in het assortiment.

Versgehakte peper, zelfgerookte knoflook
Ministry of Spicy Business is gehuisvest in Lab-44, het voormalig (en volledig gerestaureerd) laboratorium op het Hembrugterrein aan de rand van Zaandam. Een bijzondere plek voor makers en eters op steenworp afstand van Amsterdam. In de productieruimte van Lab-44 wordt hun sambal iedere week ambachtelijk gemaakt. Versgehakte peper en zelfgerookte knoflook staan symbool voor hun ambachtelijke aanpak. De pepers komen uit het Westland; daar zit een grote teler die zijn eigen duurzame kassen heeft en de pepers in dezelfde kwaliteit het hele jaar door kan leveren, zonder bestrijdingsmiddelen.

Het uitgangspunt is om de ingrediënten zo lokaal mogelijk te betrekken. Zo halen zij hun cacaobibs bij een lokale cacao-ondernemer. Verder wordt er Nederlandse basterdsuiker gebruikt in plaats van exotische palmsuiker. De potjes worden voorzien van labels bij Werkom: een organisatie die mensen met een beperking of een afstand tot de arbeidsmarkt werkperspectief biedt. Daarnaast leveren de mannen zoveel mogelijk bestellingen op de (transport)fiets!

Smaakmaker in plaats van heetmaker
Met hun sambals zetten ze sambal als smaakmaker op de kaart. Niet als heetmaker, want die zijn er al genoeg. ‘Sambal moet een verrijking zijn voor je gerecht. En de aangename hitte zorgt ervoor dat deze smaak nog wat extra’s krijgt.’ En dan kan je denken aan de meest uiteenlopende combinaties. Niet specifiek Aziatisch of Zuid-Amerikaans, maar voor alledaagse kost (in je erwtensoep, op je tosti, door de dressing, pastasaus, enzovoort) en op culinair niveau (door vanilleroomijs zoals een toonaangevend Zaans restaurant inmiddels vast op het menu heeft staan).

Assortiment
Heel Nederland laten proeven en genieten van hun sambals is de stip aan de horizon. En om te laten proeven dat sambal anders kan. En er zijn plannen om het assortiment flink uit te breiden met sauzen en andere producten. Groei zien zij niet uitsluitend in het verhogen van afzetmarkt en omzet, maar vooral het opbouwen van een merk dat staat voor kwaliteit. Dat mensen het product kopen en daar een smaakvolle maaltijd mee bereiden. Kwaliteit en smaakbeleving staan voorop.